Bovenaan: hydrometer, onderaan refractometer. |
Hoe gaat het concreet in zijn werk? Allereerst nog even kort het brouwproces - mout schroten (grof malen), maischen (rond de 67 graden de zetmelen uit de granen oplossen in water en omzetten in suikers), filteren en tot slot koken met hop. De hop filter je eruit en je koelt het eindproduct (dat dan wort heet) af.
Dan is het dus tijd voor dichtheid meten. Daarna de gist erbij, wachten tot het uitvergist is (dat duurt in de regel een week of twee, drie, maar dat hangt van de gist af) en nogmaals meten. Het meten van de dichtheid gebeurt meestal met een simpele hydrometer of een refractometer - zie de uitleg hieronder.
Op basis van de meetresultaten bereken je het alcoholpercentage. De meeste thuisbrouwers zullen afvullen op fles met een beetje suiker om te zorgen voor de koolzuur (en dus prik) - dan komt er nog een beetje alcohol bij, meestal zo'n 0.7%. Tel die op bij je berekende percentage en voilá.
De berekening is als volgt:
(soortelijk gewicht (sg) voor vergisting - sg na vergisting) * 0.131
De hydrometer is nauwkeuriger, maar kost zo'n 200ml vloeistof die daarna meestal wordt weggegooid. Een hydrometer is van glas en dus kwetsbaar, maar ook niet zo duur. Hij is gekalibreerd op één temperatuur (want die is nogal belangrijk bij dichtheid), meestal op 20 graden Celcius. Je neemt dus voldoende vloeistof, laat die afkoelen en kijkt waar de vloeistof op de meter uitkomt. Let op, want de vloeistof kruipt wat op en meestal zit er wat schuim in de weg. Meet je vóór het koken (niet strikt noodzakelijk, maar wel interessant) dan kun je de vloeistof weer teruggooien in de kookketel, maar bij het meten vlak voor het vergisten kun je het maar beter niet terugdoen in verband met gevaar voor infectie.
Hydrometer - de vloeistof kruipt wat op. |
Refractometer - goed tegen het licht houden |
De wort voor het bier in dit voorbeeld is nogal zwaar: 1092 g/l. Het wordt dan ook een baltic porter. Wanneer de gist zijn werk goed doet zal hij uitkomen op een verwachte dichtheid van 1015, met als alcoholpercentage:
(sg voor vergisting - sg na vergisting) * 0.131
(1092-1015) * 0.131 = 10.1%
Het is natuurlijk afwachten of de gist ook echt zover komt - zeker bij hoge percentages stopt het wel eens wat eerder. Dan komt dus de bottelgist er nog bij, waarbij het bier dus uit zou kunnen komen op bijna 11%. Een zware jongen dus.
Tot zover deze uitleg. Zelf gebruik ik al jaren een hydrometer en pas sinds zeer kort een refractometer - je kunt prima brouwen zonder een refractometer, maar het tussendoor extra meten is een leuke bijkomstigheid en tegenwoordig kun je de meters in China bestellen voor een euro of 10.
*) Ja, er zijn meer manieren, maar die zijn omslachtig, onnauwkeurig of gewoon veel te duur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten