maandag 30 januari 2012
Brasserie Sancerroise
Als geboren en getogen Francofiel kom je nog eens ergens – meestal in Frankrijk. Ondanks jaarlijkse terugkerende andere plannen ("Engeland, of Noorwegen.", "Nee, Beieren, met een uitstap naar Praag") komen we toch vaak weer in La Douce France terecht. Zo ook twee zomers terug: ditmaal sneuvelde Slovenië en bevonden we ons aan de Loire.
De keuze voor de omgeving was beïnvloed door Météo France en de fietsen op de fietsendrager; ik ben slecht bekend met de Loire, maar het was er droog en langs water is in de regel mooi en niet te heuvelig fietsen. En, zeker niet onbelangrijk, natuurlijk komen er mooie wijnen uit de Loire. Bij aankomst bleken we helaas net het stuk Loire te hebben gevonden zónder wijnranken. Daarvoor in de plaats was er foeilelijk maar wereldberoemd serviesgoed.
Daarom togen we voor een dagtripje naar Sancerre. Hoewel ik al jaren dol ben op de witte wijn uit Sancerre, pas dit jaar kwam ik erachter dat mijn favoriete Franse kaasje (een crottin Chavignol) uit het naburige dorp komt. Geen wonder dat ze zo goed samengaan. We passeerden in het dorp zelf een winkeltje met een uitgebreide keus - en tegen heel wat sympathiekere prijzen dan elders. Ook verkochten ze heerlijke cake met crottin.
Na aankomst in het Sancerre troffen we tot onze verrassing echter geen wijnboer, maar een uitnodigend bord aan richting de "BrasserieSancerroise". Een brouwerij? In dit legendarische wijndorp? Nu heb ik mij er al bij neergelegd dat mijn passie voor bier slecht te combineren is met mijn liefde voor het Franse land, maar hier konden we niet zomaar langs rijden. Aan een rustig weggetje troffen we alle tekenen van een heuse brouwerij - torens plastic kratten, een duidelijke moutlucht en zag ik niet zelfs wat koper glanzen achter de ruiten? Het geheel was echter duidelijk gesloten, en openingstijden waren niet te vinden.
Lichtelijk teleurgesteld trokken we het dorp in. Daar troffen we een rustig centrum met een onopvallend plein, met daaraan Auberge Joseph Mellot. We aten er het ietwat toeristische "Menu du terroir et Traditions", dat begon met een terrine van vrij ambitieus formaat. "Ja, allemaal voor ons" werd ons desgevraagd bevestigd, "maar we hoefden het niet op te maken hoor". Dat moet je natuurlijk niet zeggen tegen Nederlanders.
De omelet die volgde was trouw aan de Franse stijl en dus erg lekker, maar of de begeleidende ham nou echt gerookt was op oude Sancerroise wijnstokken durf ik niet met zekerheid te zeggen. De klapper kwam echter op het eind; een ruime hoeveelheid, niet te oude, niet te jonge Crottin Chavignol die perfect samenging met de Sancerre die we erbij dronken.
Goedgeluimd liepen we weer richting de brouwerij, die nu duidelijk open en in bedrijf was. We groeten de aanwezigen, wierpen een bewonderende blik op de glimmende brouwinstallatie en bekeken op ons gemak het aanbod. Op een vragende blik richting de verkoopbalie, een complimentje over de mooie inrichting en zelfs een paar gerichte vragen werd lauwtjes gereageerd. Dit had ik elders nog niet meegemaakt: de doorsnee brouwer heeft weinig aansporing nodig om uitgebreid van wal te steken over zijn producten. En dat moest dan in een wijnland het toch al niet best in de markt liggende bier gaan introduceren? Dat kan nog wat worden. Verbouwereerd namen we een paar flesjes mee, en togen (na een prachtige dag) weer terug naar onze camping.
En de biertjes van de Brasserie Sancerrois? Ik drink nu de laatste tijdens het schrijven van dit stukje, en ach, het is niet anders dan vrijwel alle Franse 'speciale' bieren die je kunt vinden: mild, te zoet en weinig hop. Vaak zit er een onwaarschijnlijk en eigenlijk niet te proeven ingrediënt in, in dit geval zijn dat linzen uit Berry. Het mag niet baten.
Nee, laat ze maar lekker wijn maken, die Fransen.
Labels:
bier,
Column,
francofiel,
proefnotitie,
streekproducten
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten